Home
 
 
 

Google Analytics

 
 
 

quote

"Een antwoord op veelgestelde vragen"

 
 
 

Voor welke gebouwen is art. 3 wel van kracht?

Voor het bepalen van het toepassingsgebied – welk deel van een gebouw moet voldoen – zijn er 3 verschillende basisartikels opgenomen in de regelgeving, namelijk art. 3, 4 en 5.

De tekst van de regelgeving is zo opgebouwd dat je altijd eerst de vraag moet stellen of het gebouw valt onder de toepassing van art. 4 of 5, voor je terugvalt op art. 3. Art. 4 en 5 bepalen namelijk een andere wijze van aftoetsen voor specifieke types van gebouwen:

  • Art. 4: toeristische verblijfsaccommodaties (met accommodaties)
  • Art. 5: gebouwen met een woon- of verblijfsfuncties (met kamers of wooneenheden)

Om zeker te zijn of een basisartikel van toepassing is, en in het bijzonder voor art. 4 en 5, is het belangrijk om de definities uit art. 1 erop na te lezen. Een ‘kamer’ is bijvoorbeeld niet op eenzelfde wijze gedefinieerd als een ‘accommodatie’

Het kan dus zijn dat je in eerste instantie denkt art. 4 of 5 te moeten gebruiken maar dat, omwille van de aanwezige functies in het gebouw of omwille van een bepaalde omschrijving in de definitie, dit toch niet het geval is. Voor deze gebouwen moet men dan terugvallen op de toepassing van art. 3.

Voorbeelden die onder art. 3 vallen in plaats van onder art. 4 of 5:

  • Een wijkgezondheidscentrum (gezondheid) heeft geen kamers en/of wooneenheden en valt om deze reden onder de toepassing van art. 3;
  • Een camping met enkel staanplaatsen (zonder accommodatie) - wat niet begrepen is onder de definitie ‘accommodaties’ - valt om deze reden onder de toepassing van art. 3;
  •  Een toeristisch infokantoor heeft geen accommodaties en valt om deze reden onder de toepassing van art. 3

In plaats van het aantal kamers, wooneenheden of accommodaties in combinatie met het aantal niveaus waarop ze gelegen zijn te bekijken, moet er bij deze gebouwen gekeken worden naar de publiek toegankelijke oppervlakte (m2).

Lees de definities na in art. 1 van de verordening

 
 
 

G2. Hoe bereken ik de publiek toegankelijke oppervlakte?

De totale publiek toegankelijke oppervlakte is de som van de voor het publiek toegankelijke oppervlaktes van de binnenruimtes, berekend tussen de binnenzijden van de buitenmuren, inclusief de oppervlakte die door de binnenmuren zelf wordt ingenomen, van de hele constructie na eventuele werken, inclusief bijgebouwen.

 
 
 

G3. Moet een kleine voetbalkantine of vergelijkbaar gebouw voldoen aan de regelgeving?

Ja, ook deze gebouwen moeten voldoen. Afhankelijk van de publiek toegankelijke oppervlakte zal het toepassingsgebied beperkter of uitgebreider zijn. Dergelijke gebouwen vallen onder het toepassingsgebied van artikel 3. Lees artikel 3.

Bij een gebouw, groter dan 150m², moeten zowel de verbruiksruimte (waar je iets kan eten en/of drinken) als de sanitaire voorzieningen, de kleed- en douchezones ...  aan de normen voldoen.

Een aangepast toilet, gelegen in een neutrale zone of een aangepaste omkleedruimte die zowel voor mannen als voor vrouwen kan worden gebruikt, kan als compact alternatief worden voorzien indien nodig. Een evenwaardige integratie is echter nog steeds de basis.

Footer Gelijke Kansen Enter VZW Gelijke Kansen Enter VZW