De gebruiksruimten rond de toiletpot zijn afgestemd op de mogelijkheid tot het maken van een voorwaartse of zijdelingse transfer.
De transferruimte
De transferruimte laat toe dat een rolstoelgebruiker zich kan opstellen (zijn rolstoel positioneren) om een transfer naar de toiletpot te maken.
Naast de toiletpot wordt steeds minimum één (zijdelingse) transferruimte voorzien. Een universeel bruikbaar aangepast toilet heeft aan beide zijden van de toiletpot een transferruimte. De transferruimte wordt gemeten vanaf de uiterste zijrand van de toiletpot.
Kan men geen toilet voorzien met aan beide zijden van de toiletpot een zijdelingse transferruimte, dan is een mogelijk alternatief het aanbieden van twee aangepaste toiletten met een gespiegelde opstelling. Zo kan een gebruiker zelf kiezen voor een rechtse of linkse transferzijde.
Is de toiletpot voorzien van slechts één transferzijde, dan staat de as van de toiletpot op 40 tot 45cm van de afgewerkte wand. Dit is belangrijk om de beugels op de juiste plaats te kunnen hangen.
Aan de voorzijde van de toiletpot is een vrije ruimte van min. 120cm diep, gemeten vanaf de voorzijde van de toiletpot tot aan de tegenoverliggende wand of het sanitair toestel, zodat het ook mogelijk is om een voorwaartse transfer te maken.
De draairuimte
In de ruimte is minimaal één vrije draairuimte aanwezig, best aan de toiletpot, buiten de zone voorzien voor de andere sanitaire toestellen. Is dit niet mogelijk, dan mag de draairuimte de plaatsingsruimte van de toestellen overlappen indien de toestellen voldoende onderrijdbaar zijn (bv. de wastafel).
Zijn de toestellen bij de ontwerpfase nog niet gekend, dan wordt (om een goede situatie na afwerking te garanderen) de overlapping met de toiletpot best niet structureel opgenomen in de bepaling van de afmetingen van ruimte. Om deze reden wordt bij de ontwerpfase de vrije draairuimte steeds buiten de zone van de toestellen voorzien.
Bij het gebruik van een type hangtoilet kan de vrije draairuimte in beperkte mate onder de toiletpot gelegen zijn. We spreken echter steeds over een beperkte onderrijdbaarheid.
Zitdiepte van de toiletpot
De diepte van de toiletpot moet toelaten dat een rolstoelgebruiker voldoende ruimte heeft om met zijn rolstoel (naast de toiletpot) tot tegen de achterwand te rijden. Op die manier kan hij zijn rolstoel voldoende diep opstellen zodat hij met het zitvlak van zijn rolstoel op dezelfde hoogte komt als de zitting van de toiletpot.
De beschikbare diepte van de toiletpot, wordt steeds gemeten vanaf de voorzijde van de toiletpot tot tegen de achterliggende wand.
De uitvoering van een hangtoilet met ingewerkte spoelbak (voorzetwand), geeft in praktijk een beperkte zitdiepte als resultaat. Een aanpassing is nodig en kan op twee manieren:
- Voorzie een toiletpot met minimale diepte van 70cm (eventueel een verlengstuk aan de achterzijde toevoegen)
- Zorg ervoor dat de voorzetwand onmiddellijk na het ingebouwde spoelsysteem (in de breedte) stopt, zo kan de rolstoel naast de uitspringende wand opgesteld worden.
Zithoogte van de toiletpot
De hoogte van het toilet, inclusief toiletbril, bevindt zich optimaal op 48cm ten opzichte van het vloerniveau.
Deze zithoogte is hoger dan een standaard toiletpot zodat het eenvoudiger is om de transfer vanuit de rolstoel te kunnen maken. Dit betekent onder andere dat ze beter afgestemd is op de hoogte van de zitting van een rolstoel zodat de gebruiker zichzelf minder hoog moet tillen.