dossier Looppaden(Nieuwsbrief december 2015)

Foto fotograaf Koen Broos 5

Dossier "looppaden"
december 2015

Wat zegt de Vlaamse Stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid over looppaden?

De Vlaamse Stedenbouwkundige Verordening toegankelijkheid doet ook uitspraken over looppaden naar publieke gebouwen.


Artikel 14 van de regelgeving is het meest gekend. Maar ook in andere artikels vind je normen terug die rechtstreeks of onrechtstreeks te maken hebben met looppaden in buitenomgevingen:

  • Art. 10 geeft aan dat je bij handelingen aan een bestaande toegang of bij een nieuwe toegang (art. 9) een toegangspad moet voorzien dat leidt van het openbaar domein naar de toegankelijke toegang. Bijkomend moet er een pad voorzien worden dat vanaf de parkeervoorziening vertrekt en leidt naar het toegangspad of de toegang.
  • Art. 13 geeft aan dat er een gids- of geleidelijn moet zijn naar de publiek toegankelijke delen. Een toegangspad kan door zijn vormgeving en materiaalgebruik een gidslijn zijn om de route van het openbaar domein naar de toegang tactiel aan te geven.
  • Art. 14 geeft de breedtes aan van looproutes in buitenomgevingen.
  • Art. 16 gaat over de hellingsgraad voor looppaden (voor de afwatering).
  • Art. 18 gaat over de drempelloosheid van de looproutes en de principes om niveauverschillen op een pad correct te overbruggen.

Looppaden

Looppaden in buitenomgevingen hebben een belangrijke functie. Ze zorgen voor onze wayfinding. Zo gidsen ze ons bijvoorbeeld naar de toegang tot een gebouw.

 

Een aantal ontwerpmatige elementen zorgen ervoor dat ze vlot bruikbaar zijn voor iedereen.

 

Optimaal hebben looppaden of looproutes slechts één functie: ruimte geven om ons op een snelle, logische, gebruiksvriendelijke en veilige manier te verplaatsen van punt A naar B.

Looppaden verbinden functies, maar overlappen geen cruciale functies

Meer en meer willen we onze ruimte optimaal benutten. Dit zorgt ervoor dat we vaak op zoek gaan naar dubbel ruimtegebruik. Zo wordt bijvoorbeeld een klaslokaal ’s avonds een vergaderlokaal, twee kleine vergaderruimten kunnen met een flexibele wand worden samengevoegd tot een grote vergaderruimte ... Onze bebouwde ruimte is het liefst flexibel en multifunctioneel.

 

Dubbel ruimtegebruik is een goed concept, maar bij looproutes volgen we voor een goede toegankelijkheid en een hoog gebruikscomfort een andere redenering;  we behouden best de netto oppervlakte/breedte. Looppaden overlappen niet met andere functies.

 

Een overlap met andere functies zoals een rijweg voor auto’s of een gebruiksruimte voor zitbanken … is niet gewenst en kan zelfs gevaarlijk zijn. Zeker voor een toegangspad naar een gebouw. Elke looproute vraagt zijn eigen gebruiksruimte om te circuleren. 

 

Good practice: looppaden bij een parkeerterrein of ondergrondse parking
Heel vaak grenst het parkeerterrein van een gebouw aan het openbaar domein en kan je ook enkel via de parkeerzone de toegang tot het gebouw bereiken. 

 

Op plaatsen waar heel wat verkeer is, zoals een parkeerterrein of parkeergarage, zorg je best voor een looppad, gescheiden van de rijweg voor de wagens. Zo kan je op een veilige manier tot aan de toegang van het gebouw geraken.

 

In heel wat ondergrondse parkeergarages zien we vandaag al goede toepassingen van een veilige loop- en fietsroute. Hier is dit al meer een evidentie. 

 

Ook bij grotere parkeerterreinen zoals bij winkelcentra, grote kantoorgebouwen, supermarkten … zal een volwaardig looppad of een goed uitgewerkte voetgangerstoegang bijdragen aan het comfort voor iedereen maar vooral voor kinderen, ouderen en personen die gebruik maken van een verplaatsingshulpmiddel.

 

Trek dus bij het ontwerp van een parkeerterrein ook het STOP-principe door: eerst Stappers, dan Trappers, dan Openbaar en tot slot Privévervoer.

 

Veilige looproutes in een  parkeergarage. Veilige looproutes in een  parkeergarage.

Een veilig looppad in een parkeergarage.

 

Een veilige looproute bij een groot parkeerterrein. Een veilige looproute bij een groot parkeerterrein.

Een veilig looppad bij een groot parkeerterrein.

 

 

Buiten de looproute kan je natuurlijk wel een aantal functies toevoegen. Zo kunnen er zitbanken, vuilbakken, fietsenstallingen … geplaatst worden die de looproute niet hinderen.

 

Een veilige looproute bij een groot parkeerterrein. Rustpunten op een route, buiten de circulatiezone gelegen.

Rustpunten op een route, buiten de circulatiezone gelegen.

Toegangspaden zijn belangrijk voor wayfinding

Toegangspaden zijn de hoofdroutes op een terrein. Het zijn de paden die van het openbaar domein (de straat) naar de toegang tot het gebouw lopen, routes die de verbinding maken tussen gebouwen onderling of de weg die loopt van het toegangspad naar de parkeervoorzieningen of de halte van het openbaar vervoer.

 

Organisatie en maatvoering van routes
Een aantal zaken zorgen ervoor dat onnodig lange loopafstanden worden vermeden en dat routes duidelijk zichtbaar worden.

  • Ze volgen een logische weg.
  • Ze hebben een duidelijke structuur.
  • Ze zijn het best zo kort mogelijk.
  • Ze zijn drempel- en obstakelloos.
  • De richtingsveranderingen en niveauverschillen zijn correct opgevangen. Vermijd conceptueel zoveel mogelijk trappen.
  • Op elke route heb je een overzicht; je ziet waar je naartoe moet.

Voor toegangspaden hanteren we deze maatvoering:

  • Primaire paden zijn voldoende breed zodat het kruisen van twee personen in tegenovergestelde richting mogelijk is. Zorg voor een vrije breedte van min. 150 cm.
  • Secundaire paden met een minder frequent gebruik, hebben een breedte van min. 120 cm. Let op, dubbele passage is hier niet meer mogelijk. Er zal minstens één persoon moeten halt houden en zich schuin plaatsen om de andere te laten passeren.

Vrije breedtes van looppaden.

 

Versmallingen op een route
Afhankelijk van de lengte, kunnen grotere of kleinere versmallingen voorkomen.

 

Let wel, in bepaalde situaties zal de minimale doorgang van 90 cm te beperkt zijn om te gebruiken. Denk maar aan een ouder met een kind aan de hand, iemand die een autostoeltje voor baby’s draagt of een persoon die bij iemand anders ingehaakt in de arm meeloopt. Op dat moment is een breedte van 120 cm altijd de minimale doorgangsbreedte!

 

Versmallingen op een route.

 

Toegangspaden accentueren de toegangen tot een gebouw

Een duidelijk onderscheiden pad zorgt ervoor dat iedereen gemakkelijk tot aan de toegang van een gebouw geraakt en nadien ook gemakkelijk het terrein kan verlaten. Zo kan iedereen vlot zijn weg vinden. Zeker voor bezoekers die minder vaak naar het gebouw komen, is dit een must.

 

Bij heel wat gebouwen zijn er meerdere routes die leiden naar een toegang. Van waar je ook komt, je moet vanop elk vertrekpunt met hetzelfde gemak de toegang kunnen vinden. Vooral bij grotere gebouwcomplexen vormt dit vaak een probleem.  Ontwerpmatig wordt er bij deze gebouwen vaak sterk gefocust op één bepaalde functie of een bepaald type van gebruik.

 

 

Good practice: toegangspaden bij schoolgebouwen
Het ontwerp van een schoolgebouw is, zeker voor wat de ontsluiting van het gebouw betreft, zeer specifiek. Heel vaak is de circulatie gebaseerd op de werking tijdens de schooluren. De reguliere gebruikers zoals de leerlingen en leerkrachten, zullen een school vrij snel kennen en hier vlot hun weg vinden. Maar voor wie er niet dagdagelijks komt is het vaak een doolhof!

 

Voorbeeld van een duidelijke en rechte toegang vanaf de parkeervoorziening naar de hoofdtoegang van een school. Door het materiaalverschil tussen pad en gras is er een natuurlijke gidslijn.

Voorbeeld van een duidelijke en rechte toegang vanaf de parkeervoorziening naar de hoofdtoegang van een school. Door het materiaalverschil tussen pad en gras is er een natuurlijke gidslijn.

Een school heeft een bredere functie in de gemeenschap en moet ook voor andere bezoekers bruikbaar zijn. Door bij het ontwerp sterk te focussen op de reguliere schoolwerking, lijken toegangspaden vaak minder belangrijk bij schoolgebouwen. Bij de start en het einde van de schooluren is vaak de speelplaats de “toegang tot de school”.


Op de speelplaats komen vaak heel wat functies uit. Voor bezoekers is dit niet evident. Zij lopen verloren als ze via de speelplaats het domein moeten betreden. Denk maar aan ouders die buiten de piekuren (start en einde van de school, middagpauze) iets moeten komen afgeven in de school, het naschools gebruik waardoor je bijvoorbeeld vlot je weg moet vinden naar de sporthal, een vergaderzaal …

 

Het is belangrijk dat er in ontwerpen nagedacht wordt over het functioneren van het gebouw op verschillende tijdstippen. De speelplaats kan ’s morgens en ’s avonds de hoofdtoegang tot de school zijn voor de leerlingen en leerkrachten. Maar voor andere bezoekers is er best een duidelijke hoofdtoegang met bijhorend toegangspad, dat  tijdens de schooluren of naschools kan gebruikt worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor blinden en slechtzienden moet een toegangsweg een geleiding vormen. Dit kan kunstmatig aangebracht worden, maar een betere optie is om dit met een natuurlijke gidslijn te realiseren. Hiervoor kan een duidelijk toegangspad naar de toegang een oplossing zijn. Zo vindt iedereen vlot zijn weg.

Lees meer over geleiding.

 

Een voorbeeld van hoe blinden hun weg vinden van de bushalte naar het Koninklijk Instituut Woluwe.

  • Aan de op- en afstap van de bus zijn er verende tegels (rubbertegels hebben de voorkeur).
  • De stoeprand wordt gebruikt als natuurlijke gidslijn die de richting naar de toegang aangeeft.  Dit kan ook een boord of een andere rand zijn. Het hoogteverschil is traceerbaar en kan gevolgd worden met een blindenstok. 
  • Het verkeerslicht en de rateltikker van het zebrapad zijn de referentie om over te steken.
  • Er is een duidelijk toegangspad dat in het verlengde ligt van het zebrapad.
  • Bij het toegangspad vormt de rand van de groenvoorziening, de geleiding naar de toegangsdeur.
  • Aan de inkomdeur is de deurgreep een herkenningspunt: ’Je bent er’

Aan de op- en afstap van de bus zijn er verende tegels (rubbertegels hebben de voorkeur). De stoeprand wordt gebruikt als natuurlijke gidslijn die de richting naar de toegang aangeeft.  Dit kan ook een boord of een andere rand zijn. Het hoogteverschil is traceerbaar en kan gevolgd worden met een blindenstok.   Het verkeerslicht en de rateltikker van het zebrapad zijn de referentie om over te steken. Bij het toegangspad vormt de rand van de groenvoorziening, de geleiding naar de toegangsdeur. Aan de inkomdeur is de deurgreep een herkenningspunt: ’Je bent er’

 

 

 

 

Looppaden zijn zo drempelloos mogelijk uitgewerkt

Zorg voor een voldoende breed en obstakelvrij looppad om het gebouw te bereiken. Dit is essentieel voor een vlotte circulatie van elke gebruiker want het zorgt voor het aanhouden van een vlotte tred en het vermijden van ongelukken of conflicten.

 

Roosters en sleuven

Roosteropeningen en sleuven kunnen een obstakel vormen, vooral voor personen met een visuele beperking. Vermijden is de boodschap. Zijn ze er toch, zorg dan voor een goede uitvoering:

  • Ze zijn altijd dwars op de looprichting geplaatst of aan de randen.
  • De openingen zijn max. 2 cm, voor mazen max. 2 x 2 cm.

Ondergrond en materialen
Heel wat aspecten van looppaden zitten in de structuur en de organisatie ervan, maar de afwerking is even cruciaal. Als we kijken naar het management en het onderhoud nadat een gebouw in gebruik is genomen, zien we dat een goede materiaalkeuze voor de ondergrond in een buitenomgeving niet altijd evident is.

 

Een goede ondergrond is altijd vlak, aaneengesloten en slipvrij. Zo zakken de wielen van een rolstoel niet weg, blijft een wandelstok niet vastzitten of blijven de wielen van een kinderwagen niet hangen.

 

  • Vlakheid: dit betekent zonder oneffenheden of niveauverschillen.
  • Een slipvrije ondergrond: dit  vermijdt valgevaar bij vorst, maar ook bij natte weersomstandigheden.
  • Een aaneengesloten loopoppervlak: dit zorgt ervoor dat paden met verschillende dimensies en uitvoeringen vlot aansluiten op elkaar. Het zorgt er ook voor dat het materiaal zo geplaatst wordt dat er een aaneengesloten loopoppervlak ontstaat zonder te grote voegen die een obstakel kunnen vormen.

De mogelijke materiaalkeuzes die hiervoor in aanmerking komen zijn: beton, asfalt, slipvrije tegels, betonklinkers, een slipvrije houten vloerbedekking. Gebruik deze materialen zeker voor primaire routes of toegangspaden. Ook de aangepaste parkeerplaats en de route van deze parkeerplaats naar de toegang is steeds uitgevoerd in een goede verharding.

 

Kasseien, grastegels, verzakte bestrating, glas … zijn geen optie.
 

Een anti-slip houten toegangspad.

Een anti-slip houten toegangspad. 

Een goed toegankelijk verhard pad tussen grasdallen. De rand zorgt voor een natuurlijke gidslijn. Een combinatie van paden in verschillende materialen

Een goed toegankelijk verhard pad tussen grasdallen. De rand zorgt voor een natuurlijke gidslijn. / Een combinatie van paden in verschillende materialen.

 

Waterdoorlatende materialen
Om vallen en uitglijden te vermijden, wordt  voor de afvoer van water vaak gekozen voor waterdoorlatende materialen zoals honingraad grastegels of grasdallen. Heel wat fabrikanten beweren hier een goede toegankelijkheid mee te verkrijgen of een oplossing aan te reiken die een goede toegankelijkheid zou waarborgen. Toch toont de praktijk aan dat deze geen optimale resultaten met zich meebrengen. Daarom raden we aan dit te vermijden en zijn ze voor een heel aantal paden geen optie!

 

Waarom zijn deze keuzes niet goed:

  • Gras- of grinddallen/tegels hebben openingen waartussen gras kan groeien of die opgevuld kunnen worden met grind of dergelijke. Ze zijn vervaardigd uit beton of kunststof. Zij geven echter geen stapcomfort en zijn zeer moeilijk bruikbaar voor rolstoelgebruikers en kinderwagens.
  • Polyethyleen grastegels hebben honingraatopeningen waartussen gras groeit. De openingen zijn goed voor 95 % van het oppervlak, zodat de tegels praktisch onzichtbaar worden. Ook deze zijn zeer moeilijk bruikbaar.
  • Betontegels, flagstones of andere materialen met brede voegen zijn vaak ingezaaid met gras of opgevuld met waterdoorlatend materiaal. Iedereen, groot en klein, heeft zijn eigen tred. Deze oplossing beperkt het vlot stappen door de vastgelegde afstand tussen de “stapstenen”. Personen die moeite hebben om het evenwicht te bewaren ervaren dit als extra moeilijk. Voor rolstoelgebruikers, kinderwagens … vormt elke voeg tussen de verharding een extra obstakel.

 

 

 

 

 

 

Agentschap Toegankelijk Vlaanderen - Belgiëplein 1 - 3510 Hasselt
Tel.: (011) 26 50 30 - Fax: (011)87 41 39
E-mail:
info@entervzw.be
 

Enter vzw vormt met Intro, Ato,Toegankelijkheidsbureau en Westkans één organisatie om samen Vlaanderen nog beter toegankelijk te maken.

Colofon
Deze gratis nieuwsbrief wordt uitgegeven door het Agentschap Toegankelijk Vlaanderen, in opdracht van Gelijke Kansen in Vlaanderen. Als uitgever doen we er alles aan om de correctheid van de aangeboden informatie te verzekeren. Komt u alsnog iets tegen dat niet correct is, mail dan naar info@entervzw.be. Bij voorbaat hartelijk dank!

De uitgever is niet verantwoordelijk voor oneigenlijk gebruik door derden.
Indien u deze nieuwsbrief niet meer wil ontvangen, kan u zich [unsubscribe-via deze link uitschrijven]