Verder Bladeren
Naar Top
Terug Bladeren
 
 
 

Leuningen en randen in een notendop

Aanbevelingen:

  • Voorzie steeds een afrijdbeveiliging bij hellingen.
  • Voorzie steeds leuningen (handgreep) bij trappen.

Let op, onderstaande aanbevelingen doen uitspraak over handgrepen of leuningen, en niet over borstweringen. Normen over borstweringen zijn terug te vinden in NBN B 03-004 ‘Borstwering van gebouwen’.

Leuningen

  • Aan beide zijden van de trap of helling
  • Ze lopen door op bordessen en volgen richtingsveranderingen
  • Ze lopen 40cm horizontaal door aan het einde van de trap of helling
  • Leuningen trap op 2 hoogten:
    • 1ste op 90cm boven trapneus
    • 2de op 65cm boven trapneus
  • Leuningen helling (en looproute) op 2 hoogten:
    • 1ste op 100cm boven het loopvlak
    • 2de op 70 à 75cm boven het loopvlak
  • Contrasterend met de omgeving
  • Ze zijn goed omgrijpbaar

Afrijdbeveiliging of randen

  • Aan de open zijkanten van een trap of helling
  • Ze lopen door op bordessen en volgen richtingsveranderingen
  • Uitgewerkt als een rand van minimum 5cm hoogte

Regelgeving:

Art. 19 en 20 van de ‘Stedenbouwkundige Verordening betreffende Toegankelijkheid’ heeft betrekking op trappen.

Lees artikels 19 en 20.

 
 
 

Waarom leuningen?

Leuningen zijn noodzakelijk om steun te bieden bij het trappenlopen, voor het nemen van een helling en het ondersteunen van het evenwichtsgevoel. Een leuning zorgt voor een betere stabiliteit en een stevigere grip op de treden of het loopvlak om uitglijden tegen te gaan. Ze wordt door vrijwel iedereen gebruikt om gemakkelijker het gewicht te bewaren of verleggen.

Een leuning aan beide zijden zorgt ervoor dat zowel bij het kruisen van personen als bij het op en af lopen een steun voorhanden is, maar ook dat een gebruiker zelf zijn steunzijde kan kiezen.

De wijze van plaatsing en de vorm mag de vrije breedte van trappen, hellingen of looproutes niet beperken.

Gerechtsgebouw Antwerpen - helling met leuning aan beide zijden

Leuningen lopen door over de volledige lengte van de trap, inclusief eventuele tussenbordessen. Best starten ze vroeger dan de eerste trede of de start van de helling en eindigen ze verder dan de laatste trede of het einde van de helling.

Op deze manier zijn ze makkelijker traceerbaar en vormen ze een natuurlijke geleiding voor de gebruiker en in bijzonder voor personen met een visuele beperking.

Bij brede trappen of hellingen, maar bijvoorbeeld ook in gangen of grote hallen, worden leuningen vaak vergeten. Toch zijn ze ook hier belangrijk.

 
 
 

Goede uitvoering van leuningen

Type en vorm

Vormelijk zijn handgrepen met een ronde of ovale vorm het meest aangewezen. Ze volgen de ergonomie van de hand, ze zijn gemakkelijker omgrijpbaar en liggen beter in de hand dan rechthoekige modellen.

Vermijd leuningen gevormd uit platte platen (spijlenleuning) of met platte en haakse vormen. Indien zij wel toegepast worden, wordt optimaal een extra ronde greep aangebracht bovenaan of op het zijvlak.

 Trap met een leuning over twee hoogten, de leuning loopt door na de beeindiging van de trap

Belangrijk is dat leuningen horizontaal doorlopen en nadien afbuigen of afgeleid worden naar de vloer of de wand zodat we er niet aan blijven hangen met mouwen of tassen. Bij voorkeur worden ze niet als loshangend element in de ruimte geplaatst. Loshangende elementen vormen immers obstakels en zijn voor personen met een visuele beperking moeilijk te detecteren.

Leuningen worden bevestigd op een afstand van 5 à 6 cm ten opzichte van de wand zodat de hand er goed rond kan grijpen. Wordt deze afstand te smal voorzien, dan kan de hand niet voldoende stevig om de leuning geklemd worden en geeft de leuning niet genoeg steun.

Dubbele hoogte

Voorzie steeds een dubbele leuning aan beide zijden van een helling of trap. Een leuning op dubbele hoogte komt tegemoet aan het meer universele karakter, zodat ook kleinere personen of kinderen steun vinden. Dubbele leuningen bevorderen ook het gevoel van veiligheid.

Leuning op loopt door naar de gang en is voorzien op dubbele hoogte

Bereikbaar

Leuningen vormen een belangrijk punt in het gebruik van trappen en hellingen. Vaak wordt bij de start van de helling of trap de ruimte gescreend op basis van de locatie van de leuningen. Dit gebeurt vrijwel instinctief door iedereen.

Voor personen met een visuele beperking vormen zij een geleiding. Ze voelen onder andere aan de richting van de leuning waar ze naartoe moeten en waar een trap of helling begint en stopt.

Daarom is het belangrijk leuningen visueel opvallend en fysiek bereikbaar aan te brengen.

 
 
 

Randen voor de veiligheid

Aan hellingen worden vaak randen geplaatst omwille van veiligheidsredenen. Toch kunnen ze ook een functie hebben bij trappen en eventueel zwak hellende loopoppervlakken omdat ze steeds een vorm van natuurlijke geleiding vormen.

Op een helling noemt men deze rand de afrijdbeveiliging. Ze zorgen ervoor dat een rolstoelgebruiker of kinderwagen niet van de helling kan afrijden. Voor personen met een visuele beperking zijn ze positief omdat hun stok niet tussen de leuningen van de helling kan geraken.

Afrijdbeveiligingen voorkomen dus valgevaar en vormen tegelijk een belangrijke vorm van geleiding op een (loop)route.

Afrijdbeveiligingen komen voor in de vorm van randen, boordjes of verhoogde wandjes. Een minimaal hoogteverschil van 5cm is noodzakelijk voor een goede uitvoering.

Tekening leuning en randen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor hellingen is de combinatie van een rand met bijkomende leuning belangrijk. Zeker als het gaat om hellingen met open zijden en hellingen met een hoogteverschil van meer dan 10cm.

Voor langere hellingen is het sowieso aangeraden om steeds een leuning én afrijdbeveiliging te plaatsen, voor meer veiligheid voor iedereen.

 
 
 

Leuningen en randen in beeld