Type en vorm
Vormelijk zijn handgrepen met een ronde of ovale vorm het meest aangewezen. Ze volgen de ergonomie van de hand, ze zijn gemakkelijker omgrijpbaar en liggen beter in de hand dan rechthoekige modellen.
Vermijd leuningen gevormd uit platte platen (spijlenleuning) of met platte en haakse vormen. Indien zij wel toegepast worden, wordt optimaal een extra ronde greep aangebracht bovenaan of op het zijvlak.
Belangrijk is dat leuningen horizontaal doorlopen en nadien afbuigen of afgeleid worden naar de vloer of de wand zodat we er niet aan blijven hangen met mouwen of tassen. Bij voorkeur worden ze niet als loshangend element in de ruimte geplaatst. Loshangende elementen vormen immers obstakels en zijn voor personen met een visuele beperking moeilijk te detecteren.
Leuningen worden bevestigd op een afstand van 5 à 6 cm ten opzichte van de wand zodat de hand er goed rond kan grijpen. Wordt deze afstand te smal voorzien, dan kan de hand niet voldoende stevig om de leuning geklemd worden en geeft de leuning niet genoeg steun.
Dubbele hoogte
Voorzie steeds een dubbele leuning aan beide zijden van een helling of trap. Een leuning op dubbele hoogte komt tegemoet aan het meer universele karakter, zodat ook kleinere personen of kinderen steun vinden. Dubbele leuningen bevorderen ook het gevoel van veiligheid.
Bereikbaar
Leuningen vormen een belangrijk punt in het gebruik van trappen en hellingen. Vaak wordt bij de start van de helling of trap de ruimte gescreend op basis van de locatie van de leuningen. Dit gebeurt vrijwel instinctief door iedereen.
Voor personen met een visuele beperking vormen zij een geleiding. Ze voelen onder andere aan de richting van de leuning waar ze naartoe moeten en waar een trap of helling begint en stopt.
Daarom is het belangrijk leuningen visueel opvallend en fysiek bereikbaar aan te brengen.