Home
 
 
 

Google Analytics

 
 
 

Quote

"Gebruik van objecten als randvoorwaarde."

 
 
 

Bedieningselementen in een notendop

Aanbevelingen:

Bedieningselementen omvatten het geheel van detailelementen zoals het hanteren van deurklinken, het bedienen van betaalautomaten, kaartlezers, inwerpgleuven, gebruikstoestellen, schakelaars, stopcontacten, bellen, enzovoort.

  • Knoppen, schakelaars,sloten en deurkrukken worden geplaatst op een bedieningshoogte tussen 90 en 120cm ten opzichte van het vloerniveau
  • Gemiddelde reikzone voor bediening van gebruikstoestellen, rekken, kasten en lockers:
    • Verticaal gelegen tussen 40 en 140cm ten opzichte van het vloerniveau
    • Reikdiepte op maximaal 60cm (vanaf de rand van het toestel)
  • Gebruik een deurkruk of verticale handgreep (geen draaiknoppen)>
  • Gebruik eenvoudig bedienbare sluitsystemen met verlengde bedieningshendel
  • Visuele displays worden voorzien op ooghoogte vanuit zittende positie, optimaal licht hellend uitgevoerd (15°)
  • Plaats bedieningselementen en gebruikstoestellen minimum 50cm uit de hoek of weg van een obstakel
  • Voor elk gebruikstoestel wordt voldoende manoeuvreerruimte voorzien:
    • Vrije draairuimte
    • Vrije opstelruimte
    • Werkblad op goede gebruikshoogte
  • Gebruikstoestellen zijn onderrijdbaar (minimum beperkt onderrijdbaar) en/of verplaatsbaar in de hoogte
  • Verblinding van beeldschermen door lichtinval vermijden
  • Voorzie bij toestellen met spraaksystemen ook tekstuele ondersteuning
  • Bedieningselementen sluiten aan op een obstakelvrije (loop)route

Regelgeving:

Het thema bedieningselementen is niet opgenomen binnen de ‘Stedenbouwkundige Verordening betreffende Toegankelijkheid’

 
 
 

gebruikcriteria voorop stellen

Bedieningselementen zijn geen structurele bouwelementen. Toch ondersteunen ze steeds het gebruik van het gebouw en zijn ruimten of diensten. Om die reden hebben ze onrechtstreeks toch een grote invloed op de structuur ervan.

Iets bedienen vraagt het uitvoeren van een handeling. Het gebruik van de handfunctie staat steeds centraal. Een persoon moet met de arm kunnen reiken naar het toestel of naar de knoppen en met de hand kunnen grijpen naar grepen. Hierbij wordt uitgegaan van de bedieningshoogte en reikzone van de gemiddelde gebruiker.

Brievenbus op een goed bereikbare plaats en een goed bereikbare hoogte

Om deze reden zijn de plaats in de ruimte of hoogte waar deze knoppen, gleuven of grepen voorzien worden  (en dus de mogelijkheid om het toestel of element te bedienen) zeer belangrijk.

Daarnaast dienen toestellen vlot bereikbaar te zijn en moet ruimte voorzien zijn om te manoeuvreren.

Bedieningselementen moeten dus op de juiste hoogte geplaatst worden, het type toestel moet toegankelijk zijn, er moet voldoende gebruiksruimte rond het toestel voorzien worden, evenals op de (loop)route er naartoe. Als aan één van bovenstaande voorwaarden getornd wordt, vormt dit mogelijk een knelpunt bij gebruik.

 
 
 

Kasten, winkelrekken, lockers

Kasten, rekken, laden en kapstokken worden zowel in de private als in de publieke sfeer gebruikt. In de private sfeer is echter een afstemming op persoonlijke noden mogelijk is, terwijl in publieke zones rekening gehouden wordt met een ‘gemiddeld gebruik’.

Er wordt uitgegaan van het gemiddelde van grote en kleine personen en van personen met beperkte mogelijkheden om de ‘gemiddelde reikzone’ te bepalen. 

Bibliotheek Genk - gedeeltelijk onderrijdebare boekenrekken; boeken geplaatst op een goed bereikbare hoogte

De reikzone is de afstand (in de hoogte) die we, vanuit zittende positie, met de arm kunnen bereiken om een object vast te nemen. Deze is gelegen tussen 40cm en 140cm ten opzichte van het vloerniveau. Ook de maximale diepte van 60cm is bepaald vanuit zittende positie.

Tekening reikzone

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We streven ernaar kasten, winkelrekken en folderhouders zo ‘universeel toegankelijk’ mogelijk te maken. Elke gebruiker zou dezelfde informatie of producten op een evenwaardige manier moeten kunnen bekijken of vastnemen.

Een paar praktische tips:

  • Bied dezelfde informatie, objecten of producten aan op verschillende bedieningshoogten (verticaal, op meerdere niveaus)
  • Zorg ervoor dat de rekken, kasten en laden op verschillende niveaus aanwezig zijn en dat ze onderrijdbaar zijn

 Kledingwinkel met een schikking van de kleding over verschillende hoogten

Bij individuele lockers zijn de hoogte van het slot of sluitsysteem belangrijk, alsook de hoogte van de inwerpgleuf voor het geld.

Is het niet mogelijk om bij kasten en lockers voldoende gebruiksruimte te voorzien, dan dient er minstens voldoende vrije ruimte te zijn dwars op het object, zodat een rolstoelgebruiker zich zijdelings kan opstellen voor de bediening ervan.

De gebruiksruimte tussen kasten moet steeds afgestemd worden op de toegelaten breedte van een punt- of lijnversmalling op de (loop)route. Lees hiervoor de aanbevelingen voor binnenroutes.

 
 
 

Betaalautomaten en zelfbedieningstoestellen

Geld afhalen, betalen met een bankkaart, een blikje cola uit de drankautomaat halen, een bioscoopticket kopen via een automaat,… Het zijn dagelijkse handelingen. Betaalautomaten, (interactieve) computerschermen, digitale informatieborden en zelfbedieningstoestellen vormen een vanzelfsprekendheid binnen onze leefwereld. Toch gaat deze stelling nog niet voor iedereen op!

KBC-bank Leuven van Crepain-Bist architecten - goed bankautomaat

Vooral kinderen, personen met een beperking en ouderen ondervinden vaak praktische problemen. De opstelling is te hoog, er is te weinig gebruiksruimte of het toestel is niet onderrijdbaar. Vanaf de ontwerpfase is het belangrijk om hier rekening mee te houden om obstakels bij gebruik te vermijden.

Worden toestellen ingewerkt in nissen, dan moeten deze voldoende ruim genoeg zijn. De gebruiksruimte mag deze van naastgelegen toestellen en de (loop)route niet versperren.

Naast problemen met betrekking tot de opstelling van toestellen, kunnen ook de knoppen te klein zijn, teksten niet leesbaar door lichtinval, de instructies te ingewikkeld, enzovoort.

Staan er meerdere betaalautomaten naast elkaar, dan is het voldoende dat er één universeel bruikbaar is.

De minimale criteria voor universele bruikbaarheid zijn:

  • Voldoende gebruiksruimte: om vlot naar het toestel te rijden en aan het toestel te kunnen manoeuvreren
  • Onderrijdbaarheid: om onder het toestel te kunnen manoeuvreren, zodat deze gemakkelijk bediend kan worden
  • Een toegankelijke bedieningshoogte en reikdiepte: de knoppen of het touchscreen zijn bedienbaar, het scherm zichtbaar, de kaart kan ingevoerd worden

Bankautomaten die mobiel zijn of flexibel kunnen opgesteld worden, kunnen nog beter tegemoet komen aan individuele noden of wensen.

Mobiel toegankelijk betaalautomaat (VISA)

Een goed voorbeeld van universeel gebruik is een mobiel betaaltoestel in een restaurant. Deze komen meer en meer voor in winkels en horecazaken. Is de balie of de kassa te hoog, dan wordt het toestel op eenvoudige wijze aan de gebruiker aangereikt.

 
 
 

Deurkrukken en sloten

Deuren, schuifwanden en kastdeuren gaan open door het bedienen van de deurkrukken, sloten of handgrepen. Maar niet iedereen kan even vlot een klein object vastgrijpen of een draaiende beweging vanuit de pols maken.

Deurkrukken en grepen met een U of L-vorm bieden doorgaans het grootste comfort. Ze liggen goed in de hand en zijn goed omgrijpbaar om kracht te zetten.

Voorbeeld van een goed omgrijpbare deurklink

Personen met een beperkte handfunctie of met motorieke problemen hebben het doorgaans moeilijk met draaiknoppen. Ook voor kinderen vormen ze vaak een knelpunt: ze kunnen met hun kleine handjes moeilijk hoog grijpen en draaien tegelijk.

Sluitsystemen van sloten van bijvoorbeeld toilet- en kleedruimten vragen een eenvoudige bediening. Hendel- en draaisystemen (waarbij we met de hand een hendel of plaatje moeten omdraaien) zijn door veel gebruikers moeilijk om te bedienen.

Voorzie systemen die goed omgrijpbaar en eenvoudig in gebruik zijn. Systemen met een verlengde hendel of hefboom zijn het meest aangewezen.

Slot met een lange makkelijke hendel

 
 
 

Specifieke elementen bij parkeervoorzieningen

De meeste parkeervoorzieningen hebben ticketverdelers, betaalautomaten en slagboomsystemen. Deze moeten goed zichtbaar opgesteld worden en bij voorkeur contrasteren met de omgeving (door kleur of uitvoering).

Tickets moeten meestal vanuit de auto genomen worden, maar niet iedereen kan even ver reiken. Ticketverdelers worden daarom idealitair verbonden met een bemande post (telefoon, parlofoon of display) zodat hulp geboden kan worden indien nodig.

Een aangepaste auto is qua afmetingen vaak vergelijkbaar met een volumewagen of kleine bestelwagen. De zithoogte is doorgaans hoger dan in een standaardauto. De bedieningshoogte is bijgevolg belangrijk. Bediening van het toestel mogelijk maken op verschillende niveaus (hoog – laag) vergroot de keuzemogelijkheid voor iedereen.

Betaalautomaten en ticketverdelers zijn drempelloos bereikbaar. Er is een vlotte, obstakelvrije overgang tussen rijstroken, parkeerstroken en (loop)routes.

Vóór de automaten is er voldoende vrije draairuimte. Ze staan best niet in een hoek en de nabije omgeving is zoveel mogelijk obstakelvrij. Aan beide zijden is er minimum 50cm vrije ruimte. Er is rekening gehouden met de reikzone en de bedieningshoogte van de gemiddelde gebruiker.

Het gebruikscomfort stijgt voor iedereen wanneer er een afsluiting voorzien wordt om een veilige gebruikszone te creëren.

 
 
 

De toegang tot het gebouw

Frequenter dan bij andere deuren en toegangen, zullen bij toegangsdeuren bellen, parlofoons, brievenbussen en andere bedieningselementen voorkomen. De bereikbaarheid en bedienbaarheid (bedieningshoogte) van deze elementen is cruciaal.

De plaatsingshoogte van de bel en van de inwerpgleuf van de brievenbus zijn niet alleen voor onszelf maar ook voor de postbode of verzendingsdienst belangrijk.

Brievenbussen en bellen op een goed bereikbare hoogte in een inkomsas

Bellen en brievenbussen zijn vlot bereikbaar vanaf de (loop)route of het toegangspad. Ze staan minimum 50cm uit de hoek zodat ze bereikbaar zijn.

Vóór een bel of parlofoon is voldoende vrije ruimte aanwezig, zodat we ons recht voor het toestel kunnen opstellen. Op die manier kunnen we het scherm van een videofoon goed zien, op een correcte manier in het parlofoonrooster praten en kan de persoon aan de andere zijde de boodschap goed ontvangen.

Ter hoogte van bellen en parlofoons moet steeds een vrije draairuimte voorzien worden, zodat ook een persoon die gebruik maakt van een hulpmiddel deze vlot kan bereiken en bedienen.

 
 
 

bedieningselementen in beeld

Footer Gelijke Kansen Enter VZW Gelijke Kansen Enter VZW