Bij een goede trap is de vormgeving én de afwerking van belang.
Goede antislipmaterialen op de treden zijn aangeraden, afgestemd op het gebruik en de ligging van de trap (buiten- of binnentrap, in een natte ruimte, verdiepingoverbruggend, enzovoort).
Ook een goed contrast met de omgeving (met de wanden en plafonds) is gewenst. De trap kan bijvoorbeeld in hetzelfde materiaal of in dezelfde kleur als de looproute uitgevoerd worden, zodat de looproute visueel verder gezet wordt.
Contrastwerking en contrastmarkeringen van het oppervlak van de treden en door middel van contrasterende strips zorgen ervoor dat de diepte van de treden beter ingeschat kan worden.
Op plaatsen waar de lichten gedoofd worden of duisternis gevraagd is, moet men steeds contrasterende waarschuwingsstrips of -stroken aanbrengen. Verlichting of fluorescerende stroken op de traptreden, zoals in bioscoopzalen of musea verhogen de veiligheid voor iedereen.
Belangrijk is dat de markering ononderbroken doorloopt over de volledige breedte van de trede. Voorzie steeds markeringen ter hoogte van de onderste en bovenste trede en op de bordessen. Zo kunnen het verloop van de trap, het bereiken van een tussenbordes of de aankomst in een gang of ruimte beter ingeschat kan worden.
Zeker bij roltrappen of rolpaden verschaft contrastmarkering meer duidelijkheid met betrekking tot de precieze trede of de loopzone en waar men moet opstappen.
Gebruik van contrast beperkt zich niet tot de treden. Een contrasterende trapleuning bevordert eveneens de zichtbaarheid.