Verder Bladeren
Naar Top
Terug Bladeren
 
 
 

Geleiding in een notendop

Aanbevelingen:

Routegeleiding bestaat uit natuurlijke en kunstmatige geleiding.

Voor de concrete aanbevelingen en principes met betrekking tot routegeleiding verwijzen we naar het ‘Vademecum toegankelijk publiek domein’.

Lees het ‘Vademecum toegankelijk publiek domein’ (pagina 30 – 38). (nieuw venster)

In dit vademecum worden de principes van routegeleiding uitgelegd voor de toepassing in de publieke ruimte. Deze principes zijn ook van toepassing op de semipublieke zone van een gebouw (toegangspaden in een buitenruimte).

In het vademecum worden de principes niet of slechts in beperkte mate vertaald naar de binnenruimte van een gebouw. Desondanks zijn ze wel volledig gelijklopend en kunnen ze ook voor binnenroutes toegepast worden.

Regelgeving:

Art. 13 van de ‘Stedenbouwkundige Verordening betreffende Toegankelijkheid’ heeft betrekking op geleiding bij looproutes.

Binnen de regelgeving worden zij omschreven als ‘gids- en geleidelijnen’.

Lees artikel 13.

 
 
 

Geleiding in de ruimte

Om ons te oriënteren op onze route doorheen de omgeving en doorheen het gebouw zijn we sterk aangewezen op ons gezichtsvermogen. Het lezen of zien van onze omgeving is echter niet voor iedereen even vanzelfsprekend.

Blinden en slechtzienden gebruiken voornamelijk de tastzin en het gehoor om hun weg te zoeken. Om zich te oriënteren en te verplaatsen maken zij gebruik van omgevingselementen die ze kunnen detecteren en volgen.

Blinde en slechtziende personen maken gebruik van een taststok om hindernissen in de omgeving te detecteren en om zich aan de hand van gids- en geleidelijnen te oriënteren en te verplaatsen.

Plein kerk Genk - voelbare lijnvormig elementen in de ruimte

Niet alleen personen met een visuele beperking gebruiken deze elementen om zich te oriënteren. Onbewust zal iedereen zich hierop baseren.

In een optimale situatie worden (loop)routes in en rond een gebouw zo vormgegeven dat door de natuurlijke elementen de primaire functies te bereiken zijn. Toch is dit niet altijd voldoende. Waar onduidelijke of complexe situaties voorkomen, zijn aanvullende kunstmatige elementen nodig.

Routegeleiding kan iedereen en in het bijzonder personen met een visuele beperking ondersteunen. Ze kan uitgewerkt worden met natuurlijke of kunstmatige elementen.

 
 
 

Natuurlijke geleiding

Werken met natuurlijke geleiding is steeds een streefdoel. Natuurlijke geleiding is niet speciaal ontworpen maar bestaat uit veel voorkomende alledaagse elementen die permanent aanwezig zijn in onze omgeving.

Het zijn lijnvormige elementen die op grondniveau zichtbaar en voelbaar zijn. Ze worden steeds gekoppeld aan een obstakelvrije doorgang of route. Ze zijn rechtlijnig, bij voorkeur ononderbroken of aaneengesloten en volgen de meest eenvoudige weg. Ze worden natuurlijke gidslijnen genoemd.

Voorbeelden hiervan zijn onder andere trottoirranden, gevellijnen van gebouwen, goten, muurtjes, groenzones, textuur- en kleurverschillen in de bevloering, plinten in gangen, handgrepen aan de wand,… 

Ziekenhuis Genk - rand aan de leuning is een voelbaar, lijnvormig elementen

Natuurlijke geleiding ontstaat voornamelijk uit ontwerpmatige beslissingen. Ze kunnen reeds vanaf de start van een ontwerp- en bouwproces geïntegreerd worden.

Hoe meer natuurlijke geleiding aanwezig is, hoe minder toevoegingen noodzakelijk zijn. Blinden en slechtzienden kunnen deze gebouwen en omgeving op een meer intuïtieve manier gebruiken.  

 
 
 

Kunstmatige geleiding

Als natuurlijke geleiding niet toereikend of verwarrend is, of bij gevaarlijke en complexe situaties moet kunstmatige geleiding aangelegd worden.

Kunstmatige geleding wordt uitgewerkt in de vorm van tactiele vloerelementen (tegels) op de (loop)route:

  • Geleidelijnen: tegels met ribbelpatroon. Zij duiden een richting aan
  • Waarschuwingsmarkeringen: tegels in noppenpatroon. Ze waarschuwen voor gevaar 
  • Informatiemarkeringen: tegels uitgewerkt als verende vlakken. Ze geven informatie (eindpunt, toegang of functie in een ruimte of gebouw)

Kunstmatige geleiding

De tegels of vloerelementen zijn opgebouwd uit elementen van 60x60cm (geleidelijnen en noppentegels) of 90x90cm (rubbertegels). Deze maatvoering is afgestemd op de gemiddelde stappen van een voetganger, zodat voorkomen wordt dat men over de geleiding heen stapt en ze niet opmerkt.

De uitvoering ervan is een complex gegeven. Regels en standaardelementen voor het gebruik zorgen ervoor dat iemand weet hoe een persoon met een visuele beperking de geleiding moet interpreteren en zich veilig kan voortbewegen.

Foute of slechte uitvoeringen zijn verantwoordelijk voor verwarrende en onveilige situaties. Daarom moet het ontwerp en de plaatsing zorgvuldig gebeuren.

Omwille van de complexiteit is het aan te raden voor het ontwerp en de uitvoering advies te vragen. Door overleg met ontwerpers en adviseurs toegankelijkheid wordt naar een juiste oplossing gezocht.

Contactgegevens adviesbureaus toegankelijkheid.

 
 
 

Verhouding private en publieke ruimte

De binnenruimte van een gebouw staat in verbinding met de buitenruimte. Het toegangspad en de toegang tot het gebouw vormen de overgang tussen deze twee zones.

De toegang van een gebouw ligt op de grens met de publieke ruimte gelegen of vormt de toegang tot een ander privaat terrein. In het laatste geval is er een overgangszone die een semipubliek karakter heeft.

De principes van routegeleiding blijven echter steeds hetzelfde.

Daar waar op het publieke domein (straten, pleinen, oversteekplaatsen) overwegend kunstmatige geleidingselementen aanwezig zijn, worden in het semipublieke deel (toegangspad) vaak kunstmatige en natuurlijke elementen gecombineerd. In de binnenruimte van een gebouw zet de routegeleiding zich meestal verder door natuurlijke geleidingselementen.

Indien kunstmatige geleidingselementen toch doorgetrokken worden tot in het gebouw, blijft deze vaak beperkt tot de toegangsdeur (einde met verende tegel) de onthaalbalie.

Geleiding in de binnenruimte van een gebouw door kunstmatige elementen is momenteel voornamelijk aanwezig in gebouwen met semipublieke functies zoals stationsgebouwen, metrohallen, ziekenhuizen, enzovoort.

Enter vzw - geleiding van buiten naar de binnen

De principes blijven in een buitenruimte en een binnenruimte gelijk. Het materiaal en de manier van uitvoering kan echter verschillen.

In een buitenruimte wordt vaak gewerkt met geprofileerde tegels, ingewerkt in de bestrating. In binnenruimten ziet men meer kunstmatige stroken of noppen die op de bevloering gekleefd worden.

De toepassing van kunstmatige elementen in de binnenruimte, zoals gekleefde kunststofelementen, is vandaag nog in ontwikkeling. Stapsgewijs komen proefopstelling voor maar er bestaat nog geen consensus over het gebruik.

Lees het ‘Vademecum toegankelijk publiek domein’. (nieuw venster)

 
 
 

Geleiding in beeld