Verder Bladeren
Naar Top
Terug Bladeren
 
 
 

Verduidelijking bij art. 2

Dit artikel bepaalt wanneer het besluit van toepassing is.

Algemeen gesteld moeten twee voorwaarden vervuld zijn:

  • het betreft werkzaamheden m.b.t. een voor het publiek toegankelijke constructie of m.b.t. delen ervan;
  • de geplande werkzaamheden vereisen een stedenbouwkundige vergunning, volgens artikel 99, §1, 1° van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. 

Wanneer aan de twee voorwaarden is voldaan en enkel dan, zijn de normbepalingen van hoofdstuk III van dit besluit van toepassing. Of met andere woorden, enkel de werken die het voorwerp zijn van de vergunningsaanvraag moeten aan de normbepalingen voldoen en niet de werken die reeds in het verleden vergund werden.

Indien de vergunningsplicht vervangen is door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen, omwille van de onderworpenheid van de handelingen aan nauwkeurige verkavelingsvoorschriften of integrale ruimtelijke voorwaarden, mogen deze verkavelingsvoorschriften of integrale ruimtelijke voorwaarden geen afwijkingen op huidig besluit toelaten.

Bijgevolg is het besluit niet van toepassing wanneer geen stedenbouwkundige vergunning vereist is. Dit impliceert bijvoorbeeld dat het niet van toepassing is bij instandhoudings- of onderhoudswerken die geen betrekking hebben op de stabiliteit (art. 99 §1 1° in fine). Het is ook niet van toepassing bij niet vergunningsplichtige functiewijzigingen (art. 99 §1 6°). Van zodra deze werken echter gepaard gaan met bijvoorbeeld verbouwingswerken, vallen ze uiteraard wel onder het besluit, aangezien art. 99 §1 1° dan ook van toepassing is.

Aangezien voorliggende gewestelijke stedenbouwkundige verordening uitvoering geeft aan artikel 54 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (DRO), moeten de in deze verordening gehanteerde begrippen gelezen worden in de zin die dat decreet eraan geeft.

Dat betekent inzonderheid dat de vaak op diverse wijzen geïnterpreteerde begrippen “herbouwen” en “verbouwen” uitgelegd moeten worden als volgt:

  • “herbouwen”: een constructie volledig afbreken, of méér dan veertig procent van de buitenmuren van een constructie afbreken, en binnen het bestaande bouwvolume van de geheel of gedeeltelijk afgebroken constructie een nieuwe constructie bouwen
  • “verbouwen”: aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste zestig procent behouden worden.

In de tweede paragraaf van artikel 2 van het besluit wordt bovendien een uitzondering op het toepassingsgebied voorzien in een aantal gevallen.

  • Wanneer de vergunningsplichtige werken beperkt blijven tot onderdelen van een constructie waarvoor in het besluit geen normen worden opgelegd. Ook deze werken hebben in principe geen enkele impact op de toegankelijkheid van het gebouw.

Voorbeeld: Hoewel een stedenbouwkundige vergunning vereist is voor werken aan de ramen van een gebouw waarbij het uitzicht van de gevel gewijzigd wordt, valt een dergelijke verbouwing niet onder het toepassingsgebied van dit besluit aangezien het geen bepalingen bevat m.b.t. ramen.

  • onroerend erfgoed behoren van het toepassingsgebied van deze verordening uitgesloten, maar wordt de toegankelijkheid van onroerend erfgoed nagestreefd doordat – krachtens artikel 35 van deze verordening – de gewestelijke erfgoedambtenaar van het agentschap RO-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, in zijn/haar advies een afweging maakt tussen de normen inzake toegankelijkheid en de te behouden erfgoedwaarden.
 
 
 

Wat werd er gewijzigd aan art. 2?

Met dit artikel wordt artikel 2, §2, 4. geschrapt omdat dit verder onder artikel 3 ondergebracht wordt.

Daarnaast wordt toegevoegd dat de verordening tevens van toepassing is in geval van meldingsplichtige werken. Ofschoon dit ook volgt uit artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, is het transparanter het daarnaast ook uitdrukkelijk in de verordening op te nemen.