De mogelijkheid in artikel 24 van overlappende vrije en vlakke draairuimtes werd onterecht beperkt tot gebouwen, als vermeld in artikel 5, alinea 1 en 2. Deze onterechte beperking wordt bij deze opgeheven. Daarenboven heeft het weinig zin dezelfde eisen te stellen voor deuren of toegangen, die leiden tot trappenhallen, gezien mensen met een rolstoel hier normaal gezien geen gebruik van maken. Daarom werd voor deze deuren uitdrukkelijk in een uitzondering voorzien.
Net zoals in artikel 19, §3 van het besluit, dient ook toegevoegd dat de vrije en vlakke draairuimte wel mag hellen in functie van de afwatering, doch dit is de enige toegestane helling. Strikt gezien worden niveauverschillen van minder dan 4% volgens deze verordening niet beschouwd als een helling. Een dergelijk stijgingspercentage in de vrije en vlakke draairuimte kan uiteraard niet. Een rolstoelgebruiker zou immers, eens aangekomen aan de deur die moet bediend worden, terug achteruit kunnen rollen.