Bij handelingen aan binnen- of buitenruimtes met vaste inrichtingselementen die dienst doen als zitplaatsen voor toeschouwers of toehoorders, moeten minstens twee vrije ruimtes gereserveerd worden voor personen met een handicap in elke ruimte met minder dan vijftig zitplaatsen waar een voorstelling wordt aangeboden. Elk van die vrije ruimtes moet minstens 90 cm breed en minstens 140 cm diep zijn en moet zich bevinden op een vloer zonder niveauverschillen of hellingen. Op het toegangspad naar die vrije ruimtes en eraan grenzend moet in een vrije en vlakke draairuimte voorzien worden.
Vanaf vijftig zitplaatsen en voor elke extra groep van vijftig zitplaatsen moet bijkomend voor minstens één extra vrije ruimte als vermeld in het eerste lid gezorgd worden.
Als het totale aantal nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden zitplaatsen minder bedraagt dan de te reserveren vrije ruimtes voor personen met een handicap als vermeld in het eerste en tweede lid, beperkt die verplichting zich tot de nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden zitplaatsen.
Verduidelijking bij de inhoud van art. 29.