Verder Bladeren
Naar Top
Terug Bladeren
 
 
 

T1. Is de opstelruimte nodig bij een automatische deur?

Bij automatisatie van de deur is deze opstelruimte niet nodig. De deurkruk moet dan niet manueel worden bediend, je gebruikt een knop of een sensor.

Let wel, de bedieningsknop van de deur moet correct geplaatst worden. De knop moet goed bedienbaar zijn en buiten de eventuele deurzwaai gelegen zijn.

De automatische bediening van de deur gebeurt via een zijdelinkse knop (buiten de deurzwaai).      De automatische bediening van de deur gebeurt via een knop voor de deur (buiten de deurzwaai).

 
 
 

T2. Wat is de maximale diepte van de ligging van de deurkruk om nog bereikbaar te zijn?

In sommige gevallen worden wanden of scheidingswanden met een aanzienlijke dikte uitgevoerd. Als de deur dan in één vlak met de wand wordt geplaatst, kan het zijn dat de draaicirkel aan de duwzijde van de deur niet meer aan het deurblad raakt. Als gevolg kan je als persoon die tassen bij heeft of als rolstoelgebruiker niet meer vlot tot aan de deurkruk reiken. 

De dikte van de wand vormt een probleem. De draaicirkel raakt immers niet aan het deurblad aan de duwzijde. Hierdoor kan de deur moeilijk bediend worden.

 

Voor een correcte uitvoering, waardoor je ook de deurklink terug bereikbaar maak, kan je één van volgende uitvoeringen toepassen:

  • Maak de opening breder en kies voor een deur met zijlicht. Het zijlicht zorgt voor de zijdelinkse opstelruimte aan de deurkruk en zorgt ervoor dat de draaicirkel aan de duwzijde wel kan raken aan het deurblad (oplossing 1).
  • Plaats het deurblad niet in één vlak met de wand, maar dieper vb. in het midden van de wand. Op die manier beperk je de diepte tot de deurkruk. Voor een goede bereikbaarheid van de deurkruk moet de afstand van de voorliggende wand tot aan de deurkruk beperkt worden tot max. 20 cm zodat een gebruiker niet te diep moet grijpen. (oplossing 2).

Oplossing 1: verbreed de opening en zorg voor een deur met een zijlicht.  Oplossing 2: verplaats het deurblad in de deuropening zodat de draaicirkel wel raakt aan het deurblad.

 

De afstand tot de deurkruk is max. 20cm.

 
 
 

T3. Wat zijn de bepalingen voor deuren naar gesloten trappenhallen?

Deuren naar gesloten trappenhallen zijn vrijgesteld van de bepaling betreffende de vrije draairuimte en de zijdelingse opstelruimte (art.24 en 25).

Deze deuren moeten nog wel steeds een vrije doorgangsbreedte van min. 90cm na afwerking hebben.

 
 
 

T4. Zijn de normen van deuren ook aan de duwzijde van een deur van belang?

Ja, de gebruiksruimten en manoeuvreerruimten zijn aan beide zijden van een manueel te bedienen deur van belang.

Meer informatie over het belang van deze normen en simulaties hoe een rolstoelgebruiker een deur opent, kan je terugvinden in het “Dossier deuren”.

 
 
 

T5. Is een vrije doorgangsbreedte van 90cm voldoende in sportinfrastructuur?

In de toegankelijkheidsverordening wordt voor toegangen, deuren en doorgangen een vrije breedte van min. 90 cm gevraagd. Voor sportinfrastructuur is een vrije doorgangsbreedte van min. 100 cm en zelfs 110 cm beter.

Heel wat sportrolstoelen hebben een bredere wielbasis. Hierdoor zijn ze stabieler, maar daardoor vragen ze wel meer plaats. Ook (G-)sporters die gebruik maken van een elektrische rolstoel, hebben een grotere doorgangsbreedte nodig en hebben meer ruimte nodig om te manoeuvreren (grotere draaicirkel). 

Vrije doorgangsbreedte van een sportrolstoel