Vrije doorgangsbreedte en -hoogte
Deuren moeten (onafhankelijk van het type) een vrije doorgangsbreedte van minimum 90cm hebben. De vrije doorgangshoogte bedraagt minimum 209cm.
De vrije doorgangsbreedte wordt gemeten tussen het openstaande deurblad en de rand van de aanslaglat op het deurkader.
Bij schuifdeuren beslaat de vrije doorgangsbreedte de afstand tussen de kopse rand van het deurblad en de uiterste rand van het deurkader.
In geval van deuren bestaande uit dubbele deurvleugels, wordt de vrije doorgangsbreedte bepaald wanneer het eerst opengaande deurblad 90° open staat. De uiterste rand van de tweede (gesloten) deurvleugel vormt de grens.
De vrije doorgangshoogte meten we tussen de vloerpas (vloerniveau) en de uiterste rand van de aanslaglat bovenaan op het deurkader.
Bij het gebruik van een standaard deur betekent dit dat een deurblad met een breedte van 98cm gewenst is. Deze geeft een netto vrije doorgangsbreedte van ongeveer 91 à 93cm na plaatsing. Een plaatsingsmarge van gemiddeld 2cm is geïntegreerd.
Een standaard deurblad van 93cm garandeert de vereiste vrije doorgangsbreedte van 90cm niet, gezien er slechts een netto breedte van 86 à 88cm overblijft.
Voor gebouwen met grotere bezoekersaantallen en voor sportaccommodaties is een doorgangsbreedte van 100cm aan te raden, omdat sportrolstoelen vaak een bredere wielbasis hebben dan reguliere rolstoelen en omdat het bijhebben van sporttassen en dergelijke de gebruiksruimte voor iedereen vergroot.
Ook op piekmomenten is het positief in dergelijke gebouwen een grotere bezoekersstroom te kunnen verwerken. De doorgang bijvoorbeeld van de tribuneruimte naar de cafetaria of buitenruimte is ook best 100cm of meer.
Vrije draairuimte
Voor en na elke deur is er een vrije draaicirkel aanwezig.
Dit is nodig zodat een rolstoelgebruiker of persoon met een buggy zich kan opstellen om de deur vlot te bedienen.
Deze vrije draairuimte geeft ook de mogelijkheid om op een comfortabele manier om te keren indien men voor een gesloten deur staat. Op deze manier hoeft men bijvoorbeeld niet achteruit rijdend terug te keren, maar kan men bij de deur vlot van richting veranderen.
Vrije draairuimtes kunnen overlappend voorzien worden zolang zij de gebruiksruimte van een andere deur of object niet hinderen.
Een goede plaatsing van deuren ten opzichte van elkaar en het bestuderen van de draairichting van de deuren kan op deze wijze ruimtelijk compacte oplossingen bieden.