Niveauverschillen:
De overbrugging van niveauverschillen wordt als één van de grootse knelpunten ervaren door mensen met een beperking.
Binnen:
Voor binnenruimtes wordt dus geen enkele vorm van niveauverschil toegestaan omdat dit door een correcte uitvoering van de werken perfect vermeden kan worden.
Buiten:
Voor buitenruimtes is het om bouwtechnische redenen niet steeds haalbaar om de omgeving zonder niveauverschillen aan te leggen en te behouden (bv. omwille van verzakkingen in bestrating, …). Vandaar dat daar wel niveauverschillen tot 2 cm toegelaten zijn. De grens werd op 2 cm vastgelegd, omdat dit het niveauverschil is dat door een rolstoelgebruiker meestal nog vlot zelfstandig overbrugd kan worden.
Trappen in vergelijking met tredes:
De bovengrens van 18 cm, tot waar de overbrugging enkel met een helling volstaat, stemt overeen met de maximale optrede die toegelaten wordt voor trappen.
De overbrugging van een dergelijk klein niveauverschil door enkel een helling is immers in principe voor iedereen haalbaar (zowel voor een rolstoelgebruiker als voor de ouder met een kinderwagen als voor een voetganger, …).
Daarentegen zal de overbrugging van niveauverschillen van meer dan 18 cm door enkel een helling voor een aantal mensen niet haalbaar zijn. Niet iedereen is immers fysiek in staat om hellingen op te lopen. Er zijn personen met een beperking die hun knieën, benen of voeten niet kunnen plooien … en/of hun volledige lichaam niet schuin kunnen plaatsen voor het nemen van een helling. Men denke hier bijvoorbeeld aan personen met evenwichtsstoornissen of mensen met een heupprothese. Een helling is dus niet voor iedere minder mobiele persoon een goede oplossing.