Verder Bladeren
Naar Top
Terug Bladeren
 
 
 

Verduidelijking bij art. 31

Gebruiksruimte aangepast toilet:

Voor wat het toilet betreft:

  • Deze afstand is nodig om een persoon in een rolstoel de mogelijkheid te geven zich voor de toiletpot op te stellen om zo de voorwaartse verplaatsing van zijn rolstoel naar de toiletpot te kunnen maken.
  • Wordt voorzien waar een rolstoel tussen kan om vervolgens een persoon in een rolstoel toe te laten zich zijwaarts van zijn rolstoel naar de toiletpot te kunnen verplaatsen; zodat een persoon in een rolstoel, die gebruik maakt van de zone naast de toiletpot om op de toiletpot te geraken met het zitvlak van zijn rolstoel ongeveer op dezelfde lijn komt als de zitting van de toiletpot zodat deze op een vlotte manier van zijn rolstoel naar de toiletpot kan schuiven en terug. Wanneer gebruik gemaakt wordt van een hangtoilet waarbij de voorzetwand dadelijk naast het inbouwspoelsysteem stopt, mag deze afstand gemeten worden van de voorzijde van de toiletpot tot tegen de afgewerkte structurele achterwand. Wanneer bij een hangtoilet de voorzetwand niet onmiddellijk naast het inbouwspoelsysteem stopt moet deze afstand gemeten worden van de voorzijde van de toiletpot tot tegen de afgewerkte achterliggende voorzetwand van het inbouwspoelsysteem;
  • De wastafel moet dus in de ruimte van het aangepast toilet zelf voorzien worden omdat bepaalde groepen mensen (bvb. stomapatiënten, personen met incontinentieproblemen, …) vaak de behoefte hebben om zich ook in het toilet zelf met de nodige privacy te kunnen verschonen. Een rolstoelgebruiker moet voldoende plaats hebben om zich centraal voor de wastafel op te stellen, wat niet mogelijk is indien de wastafel te dicht tegen een hoek geplaatst wordt.

Gebruiksruimte aangepaste douche:

Voor wat de doucheruimte betreft:

  • Wordt voorzien opdat de kraan voor iedereen, die gebruik maakt van het douchezitje, bereikbaar en bedienbaar is.
 
 
 

Wat werd er gewijzigd aan art. 31?

Toelichting bij de wijzigingen:
De verplichting in artikel 31, 3°, g) om een douchekraan op maximum 55 cm van de wand tegen het douchezitje te plaatsen, was weinig zinvol, zonder opgave van een minimale afstand van deze kraan tot het douchezitje.

Immers ook een kraan die te dicht bij de wand van het douchezitje geplaatst is, leidt tot oncomfortabele situaties. Er wordt thans toegevoegd dat deze douchekraan ook minstens 45 cm ten opzichte van de wand tegen het douchezitje moet aangebracht worden. Het lijkt weinig zinvol een douchezitje te voorzien, dat speciaal voor personen met een beperkte mobiliteit bedoeld is, dat dan niet bruikbaar is omdat de kraan verkeerd geplaatst is. Deze verduidelijking in de verordening brengt geen enkele meerkost voor de bouwheer met zich mee.