Bij de afwerking van de aangepaste wastafel zijn twee elementen belangrijk:
- het goed bereikbaar plaatsen van de accessoires
- het goed bedienbaar zijn van de accessoires
Vaste elementen aan de wand mogen door hun plaatsing of opstelling geen knelpunt vormen voor andere omringende objecten.
Vanaf de wastafel zijn de kraan, de zeepdispenser en de voorziene handdoekjes goed bruikbaar. Optimaal worden zij aan de zijkant van de wastafel geplaatst.
Kranen zijn van het type éénhendelmengkraan en voorzien van eenvoudig bruikbare bedieningsknoppen zoals een verlengde bedieningsknop of verlengde hendel. Men kan zelf de bruikbaarheid testen door bijvoorbeeld te proberen de kraan te bedienen met de vuist of met de arm.
De spiegel wordt voorzien boven de wastafel. De onderzijde van de spiegel wordt geplaatst op 90cm boven de vloer. Een spiegel die te laag geplaatst is, is niet bruikbaar vanuit zittende positie. Hij loopt minstens door tot 200cm boven de vloer, zodat hij ook voor gebruikers in staande positie bruikbaar is.
Het aanbieden van accessoires zoals automatische handdoekdispensers of kranen met een automatische bediening (infrarood), geeft gebruikers een universeel comfort. Deze zijn ook voor personen met een beperkte handfunctie of een beperking in de fijne motoriek goed bruikbaar. Personen met een auditieve beperking horen vaak het geluid van het stromend water niet en vergeten wel eens de kraan dicht te draaien.
Accessoires worden geplaatst op een goede bedieningshoogte. Deze worden specifieker omschreven onder het thema bedieningselementen.
Ook los geplaatste objecten mogen de gebruiksruimte onder en rond de wastafel niet belemmeren. Niet iedereen kan deze losse elementen zelfstandig verplaatsen. Een vuilnisbak onder de wastafel kan bijvoorbeeld een obstakel vormen voor het gebruik van de vrije ruimte onder de wastafel.
Lees aanbevelingen voor bedieningselementen.